Vaderdag wordt vaak gevierd alsof elk gezin een papa heeft. Maar in ons gezin klopt dat plaatje niet: ik ben bewust alleenstaande mama, en samen met mijn partner mama Raquel vormen we een liefdevol gezin met twee mama’s.
Toen op school “Vaderdag” aangekondigd werd, kwam mijn zoontje overstuur thuis: “Ik heb geen papa, dus ik kan geen werkje maken.” Het brak mijn hart. Maar samen vonden we een oplossing: hij maakte een werkje voor mama Raquel, zijn andere mama – vol trots en liefde. De juf toonde begrip en gaf hem die vrijheid.
Toch liep het bij mijn dochtertje anders. Zij kreeg, ondanks haar thuissituatie, een werkje mee “voor papa”. Het raakte me diep. Niet uit kwaadheid, maar uit verdriet en frustratie over hoe vaak onze gezinnen over het hoofd worden gezien.
Ik koos ervoor om het gesprek aan te gaan met de juf. Zacht, eerlijk, zonder verwijt. En ze luisterde.
Ze erkende haar fout. Geen conflict, maar verbinding.
Dit moment leerde me iets groots: je stem laten horen, ook al is dat spannend, kan écht verschil maken.
Voor je kind. Voor jezelf. En voor alle gezinnen die niet in het klassieke plaatje passen.
Want liefde? Die bestaat in alle vormen. Vaderdag ook.

Geen papa, wél liefde.
Vaderdag in een ander jasje Vaderdag. Elk jaar opnieuw een moment dat op school wordt aangekondigd alsof het een universele waarheid is: papa’s horen erbij. Punt.
Maar bij ons gezin ligt dat anders. Al van bij de geboorte van mijn kindjes was er geen papa in beeld.
Ik ben bewust alleenstaande mama geworden en intussen delen we ons leven met de vrouw van mijn leven, mama Raquel.
Twee mama’s dus, geen papa. Niet minder liefde, alleen een andere vorm. Toen de juf in de klas vertelde wat er de komende tijd allemaal op de planning stond, viel ook het woord "Vaderdag".
Mijn zoontje kwam thuis, overstuur. “Ik heb geen papa, dus ik kan geen werkje maken.”
Die woorden raakten me recht in het hart. Hij voelde zich uitgesloten. Anders.
We zijn in gesprek gegaan.
Ik vertelde hem dat hij wél een werkje kon maken. Voor mama Raquel. De vrouw die, zonder te twijfelen, de moederrol op zich nam. Niet als “plusmama”, maar gewoon als één van de twee mama’s.
Zijn gezicht klaarde op. Hij straalde.
Ik beloofde hem dat ik het ook met de juf zou bespreken. En zo gezegd, zo gedaan.
De juf reageerde begripvol. Ze stelde me gerust: ze had hier al aan gedacht en Levi zou een werkje mogen maken voor wie hij zelf wilde. Opluchting. Ik voelde me gehoord. En vooral: mijn kind zou zich gezien en gehoord voelen. Uiteindelijk kwam de dag.


Levi gaf vol trots een prachtig werkje aan zijn mama Raquel. Het ontroerde me. Dit was Vaderdag – in onze vorm. Maar toen kwam ook mijn dochtertje Neva naar buiten met haar werkje. Een oceaan-thema, mooi gemaakt. Tot ik het omdraaide. Daar stond het: “Voor mijn papa.”
Even stond alles stil. Mijn maag trok samen. Mijn hoofd tolde. Hoe moest dit voor Neva voelen? Een tekst leren over papa terwijl zij er geen heeft? Hoe had ík dit niet zien aankomen? Het voelde alsof ik gefaald had. Boos op mezelf. Boos op het systeem.
Boos op de situatie. Mijn hoofd was chaos. Maar ik wilde niet reageren vanuit frustratie. Ik wilde het goed aanpakken – constructief, zonder het harde werk van de juf te ondermijnen. Die avond praatte ik lang met Raquel.
We voelden allebei dat we dit niet zomaar mochten laten passeren. Niet voor onszelf, maar vooral voor andere gezinnen die misschien in dezelfde situatie zitten.
De volgende ochtend was Neva’s juf toevallig op de speelplaats.
Ik sprak haar aan.
Zachtjes, zonder verwijt. “Ik weet dat je het goed bedoelt. Maar in ons gezin is er geen papa. En zo’n werkje… dat voelt pijnlijk. Niet alleen voor mij, maar ook voor Neva.” Ze schrok even. Ze gaf meteen toe dat ze het eigenlijk wél wist, maar het gewoon vergeten was. Ze excuseerde zich naar Neva toe, en zei: “Je hebt twee mama’s, geen papa. Dat was een foutje van mij.”
En daarmee was het uit mijn systeem. Geen conflict. Geen drama. Gewoon: gehoord worden. En weet je? Voor mij was dit een grote stap. Want ik ren ver weg van conflict. Ik zwijg vaak uit angst om de ander te kwetsen. Maar dit keer niet. Dit keer ging ik wél het gesprek aan. Voor mijn dochter. En voor alle kinderen die net zoals de mijne niet in het klassieke plaatje passen.
We zijn er nog niet. Er is nog werk aan de winkel. Niet vanuit kwaaie bedoelingen – maar vanuit oude gewoontes, reflexen, onbewuste aannames.
Niet elk gezin heeft een papa. Niet elk gezin heeft een mama.
Maar elk kind verdient het om zich gezien en gehoord te voelen.
Is dit herkenbaar? Deel zeker ook jullie eigen verhalen, ik lees ze graag!
Reactie plaatsen
Reacties